Mozes krijgt de volle laag. Hij is zelfs bang dat het volk hem zal stenigen. Wat moet hij met die schreeuwende mensen beginnen? Mozes wordt er moedeloos van.
Maar dan spreekt de Here tegen hem. “Ga samen met een aantal oudsten voor het volk uit. Neem je staf mee. Ik zal je opwachten op de rots bij de berg Horeb. Als je met je staf op de rots slaat, zal er water uit stromen. Zo zal het volk te drinken krijgen.”
Mozes doet zoals de Here hem vraagt. Hij slaat hard met zijn staf op de rots. En opeens komt er water uit de kurkdroge rots. Er ontstaat een klein riviertje. Mensen rennen er naar toe. Ze vullen hun waterkruiken en drinken. Plotseling zijn ze hun kwaadheid vergeten. God heeft hen te drinken gegeven!