Gelukkig wil de Here dat wonder aan de Israëlieten geven. Hij laat Jozua een lange sliert van mensen maken. Voorop lopen de soldaten. Daarachter komen de priesters met ramshoorns en de ark van God. Helemaal achteraan volgt de rest van het volk.
De Here geeft de Israëlieten een vreemde opdracht mee. Ze moeten zes dagen achter elkaar één rondje rond de stad lopen. De soldaten op de muren van Jericho zullen vreemd opgekeken hebben. “Denkt dat rare volk ons op deze manier te kunnen verslaan?”
Op de zevende dag staan de Israëlieten heel vroeg op. Vandaag trekken ze namelijk maar liefst zeven keer rond de stad. En dan gebeurt het. De priesters blazen op de ramshoorns. De grond begint te trillen. De machtige muren van Jericho zakken in elkaar! God heeft de eerste grote stad aan de Israëlieten gegeven. De poorten naar het beloofde land liggen wijd open.