De Here Jezus hoort de woorden van de Schriftgeleerden. Hij weet wat ze bedoelen. De Schriftgeleerden denken goed over zichzelf. Zij gaan niet met slechte mensen om. Jezus doet dat wel. Hij legt hun met een kort verhaal uit waarom.
Stel je eens voor: je bent een schaapherder. Je hebt een kudde van honderd schapen. Op een dag ontdek je dat er een schaapje uit de kudde ontbreekt. Wat ga je dan doen? Blijf je bij de negenennegentig andere schapen? Of ga je op zoek naar het verloren schaap?
De Schriftgeleerden weten het antwoord wel. Een goede herder zal zijn schaapjes veilig achterlaten om het ene schaap te zoeken. Inderdaad, een goede herder gaat op zoek naar het verloren schaap. Wanneer hij het vindt, zal hij het op zijn schouders weer naar huis dragen. Thuis zal hij blij tegen zijn buren roepen: “Wees blij met mij! Ik heb mijn verloren schaapje teruggevonden!”
Wat bedoelt Jezus met het verhaal? Hij wil duidelijk maken dat een echte herder blij is met ieder schaapje uit de kudde. Jezus is die goede Herder. Hij is blij met alle schaapjes. Niemand is te goed of te slecht om bij zijn kudde te horen. Hij wil voor je zorgen. Wil je zijn schaapje zijn?