Jezus heeft zijn discipelen namelijk al een paar keer verteld dat hij in Jeruzalem zal moeten sterven. Zijn leerlingen willen dat niet geloven. Jezus, hun meester, sterven? Dat nooit!
Op paasavond gaan Jezus en zijn discipelen naar een zaaltje. Ze zullen samen de paasmaaltijd gaan eten. Eerst bidden ze samen. Daarna deelt de Here Jezus het brood uit. Maar dan gebeurt het. Jezus zegt bij het uitdelen van het van het brood iets heel vreemds. “Neem van dit brood, dit is mijn lichaam.” De leerlingen kijken elkaar verward aan. Wat zegt hun meester nu? Even later gebeurt er net zoiets. Jezus deelt de bekers met wijn uit en zegt: “Dit is mijn bloed, dat voor heel veel mensen vergoten wordt.”
De discipelen begrijpen er weinig van. Hun meester die zijn eigen lichaam en bloed uitdeelt? Dat kan toch niet? Pas een paar dagen later begrijpen ze zijn woorden. De Here Jezus weet dat hij morgen zal sterven. Dan geeft hij letterlijk zijn lichaam en bloed weg. Hij wil zijn leerlingen hierop voorbereiden.