De duif. Het is eigenlijk een hele normale vogel. Toch speelt het diertje een bijzondere rol in de Bijbel. Kijk bijvoorbeeld maar naar het verhaal van de zondvloed. God heeft de aarde onder water gezet. Alleen Noach, zijn gezin en een boot vol dieren zijn nog in leven. Al meer dan veertig dagen dobberen ze rond.
Maar dan is het genoeg geweest. God laat de regen stoppen. Het water begint weer te zakken. Al snel loopt de ark vast op een berg. Maar is het wel veilig om de ark te verlaten? Om dat te weten te komen laat Noach een raaf wegvliegen. De vogel kan zich buiten goed redden, en komt niet meer terug.
Maar Noach weet dat de aarde nog te nat is om er op te staan. Daarom stuurt hij ook een duif naar buiten. Deze vogel heeft meer behoefte aan droge poten dan een raaf. En inderdaad: de duif vindt geen droge rustplek, en vliegt terug naar de ark. Een week later stuurt Noach de vogel opnieuw naar buiten. als het ’s avonds terugkomt heeft ze een olijftak in zijn bek. Er zijn weer bomen die bloeien! Wanneer Noach de duif na een week voor de derde keer naar buiten stuurt, keert het beest niet terug. Het heeft ergens een nestje kunnen bouwen.
Nu weet Noach het zeker. Er is weer vrede tussen God en mensen. Noach kan weer veilig voet op droge grond zetten.