Op reis

De grote koning

Ooit liet God Abram al eens naar de sterrenhemel kijken. “Kijk Abram, tel die sterren eens. Zo groot zal jouw volk worden.” Duizenden jaren later laat Hij de wijzen een ster ontdekken. Hij wijst hen de weg naar een heel bijzondere zoon van Abraham: de Here Jezus.

Wijzen uit het oostenDe wijzen uit het oosten zien direct dat dit een hele bijzondere ster is. Dit moet wel betekenen dat er een hele belangrijke koning geboren is. Ze twijfelen geen moment. Ze gaan op pad en volgen de ster. Deze grote koning willen ze graag ontmoeten.

Na een lange reis komen ze aan in Israël. Ze gaan direct door naar de hoofdstad Jeruzalem. Maar daar blijkt helemaal geen koningszoon geboren te zijn. Koning Herodes schrikt er zelfs van. Dat klinkt gevaarlijk. Dat kindje kan proberen hem van de troon te stoten!

De wijzen trekken verder. Ze komen in het plaatsje Bethlehem. En daar ontdekken ze dat die grote koning helemaal niet in een paleis geboren is. Ze vinden Jozef en Maria en het kindje Jezus in een stal. Toch knielen ze voor de baby neer. Ze zien in Hem een echte koning!

Het verhaal van de wijzen vind je in Matteüs 2. In Matteüs 1 kun je lezen dat Jezus niet alleen de grote zoon van Abraham was. Hij was ook echt een koningskind. Via Jozef hoorde hij bij het geslacht van koning David.

Scroll naar boven