Maar Ester is dapper. Ze schraapt al haar moed bij elkaar en gaat toch naar de troonzaal toe. Gelukkig heeft Ahasveros een goede bui. Hij is blij als hij Ester ziet. Hij steekt zijn gouden scepter naar haar uit om te laten merken dat ze welkom is. “Wat is er, koningin Ester?” vraagt hij haar. Ester nodigt de koning en Haman uit om ’s avonds bij haar te komen eten.
’s Avonds bij de maaltijd zegt de koning tegen Ester: “Wat wil je vragen? Vraag het mij. Ook al is het de helft van mijn rijk, ik zal het je geven.” Maar Ester durft de koning nog niet te vertellen over het gevaar dat haar volk bedreigt. Ze nodigt hem en Haman opnieuw uit voor een maaltijd. En die tweede avond durft ze wel over Hamans plannen te vertellen. Ahasveros schrikt er van. Hij neemt Haman gevangen. Hij wil het volk van Ester beschermen. De Joden hoeven niet meer bang te zijn.