Egypte is een populair vakantieland. Ieder jaar gaan er veel toeristen naar toe. Je kunt in Egypte veel oude gebouwen bekijken, zoals de piramides in de woestijn. Maar je kunt er ook heerlijk genieten van de zon en het strand.
Jozef is ook onderweg naar Egypte. Maar helaas voor hem gaat hij niet op vakantie. Zijn broers hebben hem een tijdje geleden verkocht. Zo vonden hun jongste broertje maar irritant. Door hem aan slavenhandelaren te verkopen hopen ze hem voorgoed kwijt te zijn.
Jozef wordt slaaf in Egypte. Hij gaat er werken voor een rijke Egyptenaar, Potifar. Zijn baas is eerst blij met hem. Maar dan gaat het mis. De vrouw van Potifar vertelt leugens over Jozef. Jozef wordt door zijn baas in de gevangenis gegooid. Jozef lijkt van de regen in de drup te komen.
Toch is Jozef niet alleen in het verre vreemde land. De Here vergeet zijn kind niet. Hij heeft mooie plannen met Jozef. Op een dag mag Jozef een droom van de farao uitleggen. Hij voorkomt hierdoor een hongersnood in Egypte. De farao is blij. Hij maakt Jozef tot onderkoning. Jozef is geen slaaf meer. Opeens is hij één van de belangrijkste mensen van Egypte geworden.