Koning David kijkt omhoog. Hij staat voor een gesloten poort. David wil Jebus veroveren. Het is de belangrijkste stad van de Jebusieten. Maar de verovering wordt niet gemakkelijk. Jebus ligt op een steile berg. Ook staan er hoge muren om de stad. Het is niet zo gek dat de soldaten op de muren koning David belachelijk maken. “Je komt toch niet binnen. Onze stad is te goed beveiligd. Zelfs de zwakste man uit Jebus zal jou nog wegjagen.”
Maar David is slim. Hij weet dat een stad niet zonder water kan leven. Er moet ergens een watergang zijn die hij kan gebruiken. En ja: al snel vinden ze de verborgen watergang. Joab, de belangrijkste soldaat van David, klimt omhoog door de put. Ze zijn binnen in de vijandelijke stad! Dit hadden de mensen van Jebus niet verwacht. Joab en David weten de stad al snel te veroveren.
David geeft de stad een mooie nieuwe naam. Jeruzalem. Dit betekent ‘stad van vrede’. Ook laat hij er een prachtig paleis bouwen. De Here God zorgt voor David. Hij mag een machtige koning worden.