De vrouwen zijn helemaal van streek. Wie is er in het graf geweest? Maar dan… Plotseling staan er twee mannen bij hen. Ze hebben stralende kleren aan. Het zijn twee engelen. “Waarom zoeken jullie de levende bij de doden?” vraagt een van hen. “Jezus is hier niet. Hij is uit de dood opgestaan.” De vrouwen kunnen hun oren niet geloven. Jezus leeft? Zo snel als ze kunnen gaan ze naar de discipelen toe. Ook zij moeten het goede nieuws horen.
De discipelen weten eerst niet zo goed wat ze met het verhaal van de vrouwen aan moeten. Petrus en Johannes rennen zo snel als ze kunnen naar het graf toe om het te controleren. En inderdaad, de vrouwen hebben gelijk. Het graf is leeg. Alleen de begrafenisdoeken liggen er nog. De Heer is opgestaan!
Verschillende mensen hebben de Here Jezus na zijn opstanding nog mogen ontmoeten. Veertig dagen lang is hij aan mensen verschenen. Na die veertig dagen is de Here Jezus opgevaren naar de hemel. Toch betekent dat niet dat de Here Jezus ver weg is. Integendeel. Hij ziet je, Hij luistert naar je wanneer je bidt. Jezus leeft!