Op reis

Wedstrijd op de Karmel

Het gaat niet goed met Israël. Koning Achab regeert. Hij is een slechte koning. Overal in het land laat hij beelden neerzetten voor de god Baäl. Achab wil dat zijn volk deze Baäl als hun god gaat vereren. Veel Israëlieten raken hierdoor hun geloof in de Here kwijt.

Wedstrijd op de KarmelToch zijn er gelukkig ook mensen die wél in de Here blijven geloven. Eén van hen is de profeet Elia. Hij is op de vlucht voor Achab. Drie jaar geleden vertelde Elia aan koning Achab dat er een straf van de Here zou komen. Er kwam een hongersnood, drie jaar lang viel er geen druppel regen.

Maar nu zegt de Here tegen Elia: “Elia, ga naar Achab. Ik zal weer regen laten vallen.” Elia doet dit, met gevaar voor eigen leven. Hij stelt Achab voor om een soort wedstrijd te houden tussen de Baäl en de Here. De god die antwoordt met vuur, is de echte God.

Achab gaat met Elia’s voorstel akkoord. Na een spannende dag op de berg Karmel blijkt de Baäl geen echte God te zijn. De Baälspriesters krijgen geen antwoord. Maar de Here antwoordt wel op Elia’s gebed. De Israëlieten zien met eigen ogen hoe Hij vuur vanuit de hemel laat neerdalen. Onder de indruk van het wonder roepen ze: “De Here is God, de Here is God!” Het volk bekeert zich.

Dan laat Elia zijn knecht de top van de berg beklimmen. Na zeven keer klimmen ziet hij een klein wolkje aan de horizon verschijnen. Even later barst een enorme regenbui los. De Here heeft weer regen gegeven!

Het verhaal over de ‘wedstrijd’ op de Karmel lees je in 1 Koningen 18, vers 20 tot 46.

Scroll naar boven