Jezus wordt door Pilatus aan de soldaten gegeven. De ruwe mannen maken hem belachelijk. “Gegroet, koning van de Joden,” zeggen ze. Ze trekken hem een mantel aan. Ook duwen ze een kroon dorens op zijn hoofd. Kijk die Jezus eens: net een echte koning. De Here Jezus wordt naar een heuvel buiten Jeruzalem wordt gebracht, Golgota. Daar wordt Hij samen met twee misdadigers aan het kruis gespijkerd.
Kruisigen is een van de pijnlijkste doodstraffen die je een mens kunt geven. Toch moet het ergste moment nog komen. Rond het middaguur wordt het namelijk opeens pikkedonker – drie uur lang. De Here Jezus weet wat dat betekent: zijn Vader heeft hem alleen gelaten. Jezus schreeuwt het uit: “Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten?” Al snel daarna geeft de Here Jezus de geest. Hij sterft en wordt begraven. De leerlingen van Jezus blijven verdrietig achter.
Maar dan… Drie dagen later… Het graf van de Here Jezus is leeg. De discipelen weten dat dit maar één ding kan betekenen. Hun Heer is opgestaan!