De beer. Van een afstandje lijkt het een lief en speels beest. Toch kun je maar beter niet te dichtbij komen. Soms blijken beren namelijk levensgevaarlijke monsters. Dat zie je bijvoorbeeld in 2 Koningen 2. Twee vrouwtjesberen vallen een grote groep oudere kinderen aan. Met verschrikkelijke gevolgen.
En dat terwijl de dag zo mooi begonnen was. Elisa is nog maar net de profeet van de Heer geworden. Hij heeft zojuist in Jericho een heel groot wonder verricht. Van vervuild water heeft hij gezond drinkwater gemaakt. De mensen in Jericho kunnen weer veilig water drinken!
Maar dan, als hij buiten Jericho komt, wordt hij nageroepen door een grote groep kinderen. “Kaalkop, kaalkop, zet ‘m op, zet ‘m op,” spotten ze. Het lijkt een onschuldig plagerijtje. Toch is er meer aan de hand. De kinderen willen net als hun ouders niets met Elisa en God te maken hebben. “Kaalkop, je doet je best maar. We trekken ons toch niets van jou en jouw God aan.”
Vooral om dat laatste wordt Elisa kwaad. Hij vervloekt de spottende kinderen. Op datzelfde moment komen de beren uit het bos. Een verschrikkelijke straf… Ongekend heftig en niet te bevatten… Spotten met God blijkt geen spelletje. Het is bere-gevaarlijk.