Op reis

Buitenlands meisje

Het is kurkdroog in Kanaän. De oogsten zijn mislukt. Het eten raakt steeds verder op. Noömi en Elimelech besluiten om hun woonplaats Betlehem te verlaten. Samen met hun twee zonen verhuizen ze naar buurland Moab. Daar is eten genoeg.

Buitenlands meisje​Maar in dat vreemde land maakt het gezin erge dingen mee. Eerst sterft vader Elimelech. Een aantal jaren later overlijden ook Noömi’s beide zoons. Noömi blijft alleen achter. Wel heeft ze de vrouwen van haar jongens nog: Orpa en Ruth.

Noömi is kapot van verdriet. Ze wil terug naar Kanaän, haar vaderland. Maar ze snapt dat haar schoondochters niet mee kunnen. De meisjes komen uit Moab. Ze hebben in Kanaän niets te zoeken. Orpa blijft dan ook achter in Moab, maar Ruth niet. Ze zegt: “Uw volk is mijn volk, en uw God is mijn God.” Ze wil met Noömi mee!

Terug in Kanaän moet Ruth hard werken om aan eten te komen. Ze werkt op het land bij een rijke boer. De boer heet Boaz. Boaz weet dat het heel belangrijk is dat je goed voor arme mensen zorgt. Daarom geeft hij Ruth extra koren mee naar huis. Ook mag ze samen met zijn knechten eten en drinken. Er gebeurt nog iets heel moois. Boaz en Ruth worden verliefd. Ze trouwen. En op een dag krijgen ze een kindje: Obed. Noömi is oma geworden!

Heb je binnenkort wat tijd over? Lees dan eens heel het Bijbelboek Ruth door. Het verhaal leest als een boek. Tegelijk is het veel meer dan dat. Het buitenlandse meisje Ruth is namelijk één van de voorouders van de Here Jezus. Dat lees je in Matteüs 1, vers 5.

Scroll naar boven