Groeten uit
Groeten uit Moab
“In de tijd dat de rechters het volk leidden, brak er een hongersnood uit in het land. Een man trok daarom met zijn vrouw en zijn twee zonen weg uit Betlehem in Juda, om een tijdlang in de vlakte van Moab te gaan wonen.”
Ruth 1 vers 1
Het is kurkdroog in Kanaän. De oogsten zijn mislukt. Het eten raakt steeds verder op. Een gezin uit Israël besluit om hun woonplaats Betlehem te verlaten. Noömi en Elimelech verhuizen met hun twee jongens naar buurland Moab. Daar is eten genoeg.
Maar in dat vreemde land maakt het gezin hele erge dingen mee. Eerst sterft vader Elimelech. Een aantal jaren later overlijden ook Noömi’s beide zonen. Noömi blijft alleen achter. Nu heeft ze allen de vrouwen van haar zonen nog: Orpa en Ruth.
Noömi is kapot van verdriet. Ze wil terug naar Kanaän, haar vaderland. Maar ze snapt dat haar schoondochters niet mee kunnen. De meisjes komen uit Moab. Zij hebben in Kanaän niets te zoeken. Orpa geeft haar schoonmoeder een kus, en blijft achter in Moab. Maar Ruth wil Noömi niet in de steek laten. Ze zegt: “Uw volk is mijn volk, en uw God is mijn God.” Ze wil met Noömi mee naar Kanaän!
Terug in Kanaän moet Ruth hard werken om aan eten te komen. Ze werkt op het land bij een rijke boer. De boer heet Boaz. Boaz weet dat het heel belangrijk is dat je goed voor arme mensen zorgt. Daarom geeft hij Ruth extra koren mee naar huis. Ook mag ze samen met zijn knechten eten en drinken. Er gebeurt nog iets heel moois. Boaz en Ruth worden verliefd. Ze trouwen. En op een dag krijgen ze een kindje: Obed. Noömi is oma geworden!
Het land Moab heeft in de Bijbel geen positieve klank. Israël heeft veel oorlogen met Moab gevoerd. Toch waren de inwoners uit Moab verre familie van de Israëlieten. Moab was een zoon van Lot, die hij kreeg bij zijn oudste dochter. Tegenwoordig heet Moab Jordanië. Het land ligt dicht bij de Dode Zee. Het is -net als vroeger- een heuvelachtig en vruchtbaar land.
Heb je binnenkort wat tijd over? Lees dan eens heel het Bijbelboek Ruth door. Het verhaal leest als een spannend boek. Tegelijk is het veel meer dan dat. Het buitenlandse meisje Ruth is namelijk één van de voorouders van de Here Jezus. Dat lees je in Matteüs 1, vers 5.