Elia wordt opgevolgd door de jonge Elisa. Net als Elia trekt Elisa veel door het land om de mensen over de Here te vertellen. Tijdens zijn reizen gaat hij vaak op bezoek bij een rijke vrouw in Sunem, om er een hapje te eten. Hij komt er zo regelmatig dat de vrouw een eigen kamer voor Elisa laat bouwen. Hier is Elisa erg blij mee. Hij mag namens de Here vertellen dat de vrouw en haar man een baby’tje zullen krijgen.
Een jaar later wordt er in het gezin een jongetje geboren. De jongen groeit gezond op. Maar op een dag gaat het mis. De jongen is bij zijn vader, terwijl die aan het oogsten is. Het is ontzettend warm, de zon staat brandend aan de hemel. Opeens grijpt de jongen naar zijn hoofd en roept: “Mijn hoofd, mijn hoofd.” De jongen wordt naar het kamertje van Elisa gebracht, maar overlijdt al snel aan een zonnesteek.
De moeder van de jongen is ontzettend verdrietig. Maar tegelijk weet ze dat Elisa namens God grote wonderen kan doen. Daarom laat ze de profeet Elisa opzoeken. Elisa komt. Hij bidt tot God, en gaat twee keer op de jongen liggen. Plotseling niest de jongen zeven keer achter elkaar. De jongen leeft weer!