Op reis
Terug in de tijd
Koning Hizkia is een goede koning. Maar op een dag wordt hij heel erg ziek. Dan brengt de profeet Jesaja hem het verdrietige nieuws. Hij zegt: “Dit zegt de Heer. Bereid je voor op je sterven. Je zult niet meer beter worden.”
Hizkia schrikt hiervan. Sterven? Maar hij heeft nog zoveel te doen. Jesaja is de kamer nog niet uit, of hij begint tot de Here te bidden. Huilend zegt hij: “Heer, ik heb altijd gedaan wat u van mij gevraagd hebt. Help mij toch!”
Jesaja is nog in het paleis als de Here hem weer terugstuurt naar koning Hizkia. Deze keer mag hij hem een blijdere boodschap vertellen. Jesaja zegt: “Dit zegt de Heer. Ik heb je gebed gehoord en je tranen gezien. Ik zal je genezen. Over drie dagen ben je weer in staat om naar mijn tempel te gaan. Je mag nog vijftien jaar leven.”
Hizkia is zo blij, maar hij kan het nauwelijks geloven. Hij krijgt daarom ook een teken van de Heer. De Here laat de schaduw op de zonnewijzer (een soort oude klok) een heel stuk achteruit lopen. Hij zet de tijd terug zodat Hizkia zeker mag weten dat hij beter zal worden. Wat een wonder!
Drie dagen later is Hizkia weer gezond. Hij kan weer naar de tempel gaan om tot God te bidden. Reken maar dat hij dankbaar is geweest!
Misschien ken jij ook wel mensen die ziek zijn. Ook dan mag je bidden of de Here beterschap wil geven. Dit betekent niet dat deze mensen altijd op dezelfde manier beter worden als Hizkia. Maar je mag wel weten dat de Here naar je gebed luistert en goed voor de zieken zal zorgen.