“Psst. Wat heb ik gehoord? Klopt het dat jullie van geen enkele boom in de tuin mogen eten?” Eva kijkt op. Ze heeft meteen door dat de slang de woorden van de Here verdraait. “Nee hoor. Alleen die boom daar in het midden, daar mogen we niet van eten.” Maar de slang gaat verder. “Ja, dat heeft God jullie verteld. Maar Hij weet heel goed dat jullie door het eten van die vruchten net zo slim worden als Hij.”
Eva aarzelt. Net zo slim worden als God? Dat klinkt aantrekkelijk… Ze kijkt nog een keertje naar de boom. Wat zien die verboden vruchten er lekker uit! Dan kan ze zichzelf niet langer bedwingen. Eva eet. Ook geeft ze een paar vruchten aan Adam. Adam en Eva zijn jaloers op God. Ze vertrouwen Hem niet langer en doen juist dat ene ding dat Hij hun verboden had.
God is boos om wat Adam en Eva gedaan hebben. Toch geeft Hij ze nog een kans. Hij zoekt Adam en Eva op. De Here is geduldig, ook al hebben we dat niet verdiend.